Lombardije

Italië bestaat uit 20 regio’s: Trentino Alto Adige, Friuli Venezia Giulia, Veneto, Emilia Romagna, Marche, Abruzzo, Molise, Puglia, Calabria, Sicilia, Basilicata, Campania, Lazio, Umbria, Sardegna, Toscana, Liguria, Piemonte, Valle d’Aosta en Lombardia.

Iedere regio bestaat weer uit een aantal provincie’s. De regio Lombardia ofwel Lombardije bestaat uit 11 provincie’s: Bergamo, Brescia, Como, Cremona, Lecco, Lodi, Mantova, Milano, Pavia, Sondrio, Varese. De hoofdstad van Lombardije is Milaan. De oppervlakte van de regio is 23.856 km2.

Lombardije is de rijkste streek van Italië. Hier wordt bovendien het meeste vee geteeld en de meeste melk geproduceerd. De weidse landschappen vormen een goede voedingsbodem voor de vele groente- en fruitsoorten die hier groeien. Traditionele gerechten zijn bijvoorbeeld Risotto alla Milanese, Ossobuco en Polenta.

Nationaal park: Nationaal Park van Stelvio (1935).

Lombardia ligt in het midden van de noordelijke regioni. Het grenst aan de Alpen, de Zwitserse grens en de Po-rivier in het zuiden. De regione dankt zijn naam aan de Longobardi. Deze ‘barbaren’ die zich hier in de 6e eeuw v. Chr. vestigden, hebben er mede voor gezorgd dat de Romeinen definitief het veld moesten ruimen. Veel later, in de 12e eeuw, werd hier door een aantal machtige families de Lombardische Liga opgericht die zich met een aantal stadstaten een behoorlijke zelfstandigheid en welvaart verwierf. Uit de periode die volgde, waarin de regione zich verder versterkte in met name de handel en het bankieren (wij hebben er ons woord ‘lommerd’ aan over gehouden), stammen de palazzi, kerken en vele kunstschatten die je aantreft in de steden van Lombardia.

Lombardia is sterk geïndustrialiseerd (met een levensstandaard die hoger is dan in Nederland) en ze vormt de belangrijkste basis van de huidige Lega Nord. Deze politieke partij vindt dat Zuid-Italie, met Roma in het bijzonder, veel van het toch vooral in Noord-Italië (‘Padania’) verdiende geld verkwanselt.

Duizenden toeristen trekken jaarlijks naar de Noord-Italiaanse meren: het Lago Maggiore, Lago di Lugano, Lago di Como, Lago d’Iseo en de westkant van het Lago di Garda. Deze meren zijn dankzij hun gunstige klimaat, de overweldigende natuur, de pittoreske dorpjes (vooral aan het Lago di Como) en de watersportmogelijkheden vooral in trek bij Nederlandse en Duitse kampeerders.